Het parlement van Libië heeft de Verenigde Naties woensdag met spoed om een militaire interventie gevraagd.
Die moet burgers in het Arabische land beschermen tegen de gevechten in de hoofdstad Tripoli en in de oostelijke stad Benghazi. Ook moet de interventiemacht van de volkerenorganisatie de staatsinstellingen beschermen.
Groepen willen wapens niet neerleggen
De regering van Libië is niet in staat de orde in eigen land te handhaven. Diverse strijdende groeperingen weigeren de wapens neer te leggen en aan de onderhandelingstafel te komen.
De gevechten zijn sinds mei geëscaleerd; duizenden Libiërs zijn op de vlucht geslagen. Alleen al bij de gevechten om de luchthaven van Tripoli vielen honderden doden.
Eerder ingrijpen tegen Kaddafi
Eerder was er in 2011 een VN-interventie in Libië. De VS, Frankrijk, Groot-Brittannië en enkele andere landen grepen toen in om de burgerbevolking te beschermen tijdens de Arabische Lente. Uiteindelijk leidde dit tot de val van het Kaddafi-bewind en scheve gezichten in Moskou en Peking. Westerse landen zouden het VN-mandaat te ruim hebben geïnterpreteerd. Dit heeft mede geleid tot de jarenlange besluiteloosheid van de VN-Veiligheidsraad inzake Syrië.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl